Luchtbellen in kaarsen voorkomen
Luchtbellen in kaarsenwas kunnen het eindresultaat van je zelfgemaakte kaarsen flink beïnvloeden. Denk aan ongelijkmatige oppervlakken, witte puntjes of kleine gaatjes in de kaars. Gelukkig zijn er eenvoudige methodes om dit te voorkomen of op te lossen. Hieronder lees je de 5 beste tips van kaarsenmakers om luchtbellen in je kaarsen te voorkomen.

Hoe ontstaan luchtbellen in kaarsen?
Tijdens het smelten, mengen en gieten van kaarsenwas kunnen kleine luchtbelletjes ontstaan. Dat gebeurt vooral bij:
Te snel roeren
Gieten op te lage temperatuur
Gebruik van koude mallen of lonten
Gieten op een onregelmatige of onvoorbereide ondergrond
Deze luchtbellen kunnen vast komen te zitten in de kaars zodra de was begint af te koelen en te stollen.
5 manieren om luchtbellen in kaarsen te voorkomen
1. Verwarm de mallen en lonten vooraf
Een van de meest voorkomende oorzaken van luchtbellen is het gebruik van koude gietmallen of lonten. De was koelt bij contact direct af, waardoor lucht wordt vastgehouden. Verwarm je mallen lichtjes met een föhn of zet ze even op de verwarming voor een gelijkmatige temperatuur.
2. Smelt de was langzaam en gelijkmatig
Gebruik een au-bain-marie methode of een speciale smeltkan om je kaarsenwas langzaam op te warmen tot de juiste temperatuur (afhankelijk van het type was, meestal tussen 60 en 85°C). Te snelle verhitting veroorzaakt werveling en daarmee luchtinsluiting. Roer de was tijdens het smelten voorzichtig en in één richting om extra belvorming te voorkomen.
3. Laat de gesmolten was even rusten
Heb je je was volledig gesmolten en gemengd met eventuele geur- of kleurstoffen? Laat deze dan enkele minuten rusten voordat je gaat gieten. Veel microbelletjes stijgen vanzelf naar boven en verdwijnen. Dit is een simpele, maar doeltreffende manier om het aantal luchtbellen sterk te verminderen.
4. Giet de was in dunne lagen
Voor grotere kaarsen is het slim om de was in meerdere lagen te gieten. Dit zorgt ervoor dat luchtbellen uit de onderste laag kunnen ontsnappen voordat je de volgende toevoegt. Zorg ook hier dat elke laag niet te koud is bij het gieten en giet rustig langs de zijkant van de mal om belvorming te minimaliseren.
5. Gebruik een heat gun of föhn na het gieten
Zodra de kaars gegoten is en nog vloeibaar, kun je voorzichtig met een heat gun of föhn over het oppervlak blazen. Dit laat de resterende luchtbelletjes knappen. Houd voldoende afstand (ca. 10 cm) en beweeg in gelijkmatige banen. Dit geeft een glad en professioneel resultaat.
Extra tip: Kies voor de juiste was
Sommige soorten kaarsenwas (zoals 100% sojawas) zijn gevoeliger voor luchtbellen dan andere. Voeg eventueel een klein percentage bijenwas toe voor een zachtere, luchtvrije gieting.
Met deze tips zorg jij ervoor dat jouw kaarsen er niet alleen prachtig uitzien, maar ook professioneel aanvoelen. Geen bobbels of blaasjes, gewoon strak gegoten en perfect glad!
